Uw klant of uw eigen bedrijf wil een vloeistof afkoelen, zonder de warmte nog te hergebruiken? Bijvoorbeeld vloeistoffen als olie of waterglycol, om nadien opnieuw in te zetten binnen een proces? Of water, vooraleer het terugkeert naar een natuurlijke omgeving? In al deze gevallen hebt u een open of gesloten koeltoren nodig.
Zowel machines en processen voor industriële productie, als voor menselijk comfort en welzijn genereren enorme hoeveelheden warmte, die continu moet worden afgevoerd. Vaak wordt die warmte eerst naar water overgebracht, dat dan gekoeld moet worden. Maar het kan ook dat een andere vloeistof, zoals waterglycol of olie, af te koelen is.
In theorie zouden we warm water kunnen laten afkoelen door het in natuurlijke waterpartijen te laten lopen, waar het water zijn warmte zou afgeven via een verdampingsproces, in contact met lucht. Maar dat zou uiteraard nefaste gevolgen voor het milieu hebben. Ook koelt bijvoorbeeld een meer niet efficiënt.
In de praktijk via een koeltoren
Ook koeltorens onttrekken warmte aan een vloeistof via een verdampingsproces met omgevingslucht, maar dan veel efficiënter. De warmte wordt niet gerecupereerd, er gaat dus energie verloren. Maar tegelijk bespaart u energie, want de lucht die gebruikt wordt om te koelen is uiteraard gratis.
Over het algemeen onderscheiden we drie soorten open koeltorens, naast een gesloten koeltoren of vloeistofkoeler. Allemaal hebben ze hun eigen voordelen en beperkingen, die maken dat ze elk voor bepaalde toepassingen geschikt zijn.
Open koeltoren
Bij een open koeltoren wordt te koelen water bovenaan in de constructie naar beneden verneveld, over koelpakketten. Het water sijpelt daar langzaam door en geeft ondertussen zijn warmte af aan de lucht, die ook door de pakketten stroomt.
Open koeltoren met natuurlijke luchtstroom: bij deze eerste soort stroomt de lucht op natuurlijke wijze langs onderen de koeltoren binnen, waarna die door de koelpakketten gaat en bovenaan de toren weer verlaat.
Open koeltoren met geïnduceerde luchtstroom: bij dit tweede type komt de lucht langs twee of vier openingen, aan de zijkanten van de toren, naar binnen. Daarna trekt een ventilator de lucht weer uit de toren, langs boven.
Open koeltoren met geforceerde luchtstroom: bij deze derde soort blaast een ventilator de lucht niet alleen uit de koeltoren, langs boven, maar ook in de toren, langs onderen.
Gesloten koeltoren of vloeistofkoeler
In dit type installatie komt de te koelen vloeistof niet rechtstreeks met lucht in contact, maar wordt de warmte ervan eerst naar water overgezet, via een buizenwarmtewisselaar. Daarna wordt het warme water over koelpakketten verdeeld. Zo koelt het weer af, waarna het opnieuw wordt ingezet om vloeistof in de warmtewisselaar te koelen. Een klein deel van het water verdampt en verlaat de vloeistofkoeler als waterdamp.