Hoe kies ik de juiste warmtewisselaar voor mijn project?
U wilt een installatie bouwen voor processen waarbij vloeistoffen of gassen afgekoeld of opgewarmd worden? Op een energie-efficiënte manier? Dan implementeert u het best een warmtewisselaar, die warmte recupereert, zodat die opnieuw in te zetten valt. Alleen: hoe kiest u het juiste type warmtewisselaar voor uw project? Want elke soort werkt op een eigen manier en heeft eigen beperkingen.
De warmtewisselaar, die warmte van water en gas gescheiden naar een andere medium, zoals water, overbrengt, om daar dan elders iets mee op te warmen, bestaat al sinds de industriële revolutie (!). Alleen was het lange tijd financieel niet interessant om er energie mee te recupereren. Tot in 1973 de oliecrisis uitbrak en de energieprijzen de lucht in schoten.
Vandaag zijn warmtewisselaars zeker wel interessant, in nagenoeg elke sector met processen waarbij iets opgewarmd en afgekoeld moet worden. Van staalfabrieken, waar heel veel warme gassen vrijkomen, over de (petro-)chemische en voedingssector, tot HVAC-specialisten, wiens oplossingen warmte uit afgevoerde binnenlucht halen.
Dus vragen ook uw klanten waarschijnlijk geregeld dat u een warmtewisselaar in hun installaties integreert. Maar hoe kiest u nu het juiste model voor uw project? Elke type warmtewisselaar werkt immers op een eigen manier en kent zijn eigen limieten. Welke soorten bestaan er zoal, en wanneer gaat u het best voor welk model?
Vele warmtewisselaars, vele werkingen
De meest voorkomende soorten zijn platen- en buizenwarmtewisselaars. De eerste bestaan uit een aantal tegen elkaar gedrukte platen in een frame. Het ene 'medium', bijvoorbeeld water of gas, loopt door de even kanalen, het andere door de oneven. De platen dragen de warmte over van het warme medium naar het koudere medium.
Bij een buizenwarmtewisselaar loopt het eerste medium door buizen, en het tweede door een mantel die de buizen omgeeft. Eventueel zijn de platen samen opgerold, in een spiraalwarmtewisselaar. Ook kunnen de buizen gevind zijn, waardoor ze een groter oppervlak voor de overdracht van warmte bieden. Of de buizen zijn getorst (gecorrugeerd), waardoor de turbulentie van de vloeistoffen in de buizen toeneemt en de warmteoverdracht vergroot.
Wanneer gebruikt u het best welke warmtewisselaar?
Ten eerste bepaalt de temperatuur van de media de optimale keuze van warmtewisselaar. Een platenwarmtewisselaar kan media tot maximaal 150 °C aan (tot 195 °C met een speciale VITON-dichting). Wanneer u hete lucht van 200 °C moet afkoelen, kunt u dit type dus niet gebruiken.
Ook wanneer uw klant de warmte van stoom wil recupereren, bepaalt de temperatuur mee de keuze. Stoom onder een druk van 50 bar, is 264 °C warm. Dat is opnieuw te veel voor een platenwarmtewisselaar. Dan zouden immers de dichtingen smelten waar het warm water de wisselaar binnenkomt en verlaat. Een buizenwarmtewisselaar heeft geen dichtingen en kan dus hogere temperaturen aan.
Daarna hangt de beste keuze van warmtewisselaar in grote mate van de toepassing af. Stel: uw klant wil gas afkoelen van de ene naar de andere temperatuur, door de warmte over te brengen naar een vloeistof. Eén kg gas neemt meer volume in beslag dan één liter water. Om efficiënt de bedoelde temperatuur te bereiken, transporteert de wisselaar het gas dus het best over gevinde buizen, die een groter oppervlak voor de overdracht bieden.
Verschillend naargelang de sector
Ook van belang voor de keuze van een warmtewisselaar is de sector waarin uw klant actief is. Om olie in een tandwielkast van een schip te koelen, volstaat een kwaliteitsvol standaardtoestel. Maar in bepaalde bedrijven moeten warmtewisselaars aan specifieke normen voor hun sector voldoen. Het toestel is dan op specifieke sterktes berekend, om aan die standaarden te voldoen.
Hoewel twee warmtewisselaars voor eenzelfde toepassing bedoeld zijn, moeten ze dus mogelijk toch verschillend gebouwd worden. Misschien zullen de buizen niet in de pijpenplaat gewalst worden, maar wel - sterker - gelast. En ook dan hangt weer veel van de toepassing af. Mogelijk is het in het ene geval niet zo erg dat er op termijn vermenging van de media optreedt, maar vereisen andere omstandigheden de hoogste veiligheid en dus bijvoorbeeld dubbele pijpen of dubbele platen. En bouwt u installaties voor voedingsbedrijven, dan moet de warmtewisselaar ook weer bijzonder gekeurd worden.
Sleutel: laat u begeleiden naar de juiste keus
Wat u merkt, klopt: een warmtewisselaar kiezen is niet eenvoudig. Maar met de juiste specialist onder de arm komt u ongetwijfeld tot de beste keuze voor uw klant. Wanneer u bij ons aanklopt, kunnen we u nagenoeg elk type warmtewisselaar leveren, van merken als FUNKE, Penke & Reineward - Caldarius, Prang, XLG, Nexson of CIPRIANI. Ongeacht de normen waaraan de component voor uw installatie moet voldoen. En dus ook binnen elk prijssegment.
We denken bovendien actief met u mee, over welke warmtewisselaar het best bij de installatie voor uw klant past. Een buizenwarmtewisselaar als het moet, maar een platenwarmtewisselaar als het kan. Want die laatste is vaak compacter en goedkoper. Dus waarom niet, als het resultaat kwalitatief identiek blijft?
Interesse in ons aanbod?
U wilt uw project realiseren met de best passende warmtewisselaar, voor een optimaal renderende installatie en perfect werk voor uw klant? Samen komen we vlot tot die keuze. Neem contact met ons op, en vul indien mogelijk al het vragenblad voor buizen- en platenwarmtewisselaars in. Zo komen we nog sneller tot de optimale oplossing.
